Blog: Een glimlach in de zomer

Juli, zomer, tijd voor vakantie. Ik moet u bekennen dat ik dit jaar een ander vakantiegevoel heb, veroorzaakt door het coronavirus. Thuisblijven lijkt – als kwetsbare oudere – de beste optie. Daar ontspannen kan natuurlijk ook. Daarom wil ik u deelgenoot maken van een bijzonder boek waarvan ik blij word als ik de teksten lees en de illustraties bekijk. Iedere bladzijde vertelt me iets waardevols.

‘De jongen, de mol, de vos en het paard’, zo heet het boek van Charlie Mackesy, vertaald door Arthur Japin. De recensies zijn lovend: ‘Zo’n lief en troostend boek, een moderne fabel voor iedereen, of je nu acht, tachtig of ouder bent. Bijzonder troostrijk als je het even niet ziet zitten, het geeft houvast en stemt tot nadenken.’

Wat maakt het zo bijzonder? De titel alleen al; een jongen en de dieren die samen onderweg zijn. Het maakt nieuwsgierig. In een kwartier kunt u het uitlezen. Als u tenminste alleen de geschreven tekst leest, want op elke pagina staan meer tekeningen dan woorden. De woorden en de tekeningen vertellen samen het verhaal. Waarom slaat het zo aan en zijn er in vier maanden tijd al zes herdrukken verschenen? Ik denk omdat we ons erin herkennen en het ons doet glimlachen. Omdat het eenvoudig is en zoveel wijsheid bevat. Omdat het zo positief is en ons zonder omhaal van woorden en geleerdheid laat beleven waar het op aan komt. Leest u een stukje met me mee?

“Wat zou je willen worden als je groot bent?”, vraagt de mol aan de jongen.

“Lief”, zei de jongen.

“Wat zou succes zijn?”, vroeg de jongen. “Liefhebben”, zei de mol.

 

Als de jongen eenzaam is, ontmoet hij de mol. Samen gaan ze op pad en komen eerst de vos tegen en daarna het paard. Ze zijn zo verschillend en vertellen elkaar wat hen echt bezighoudt.

“Wat is het moedigste dat je ooit gezegd hebt?”, vroeg de jongen.

“Help”, antwoordde het paard.

“Om hulp vragen betekent niet dat je het opgeeft”, zei het paard, “het betekent dat je weigert op te geven.”

 

“Maar”, zo zeggen de jongen, de mol, de vos en het paard:

“Het gaat om liefhebben. Van elkaar houden.” 

“Er gaat niets boven vriendelijkheid”, zei het paard, “stilletjes overstijgt dat alles.”

“Ik bedacht ineens waarom we hier zijn”, fluisterde de jongen.

“Om taartjes te eten?”,  vroeg de mol.

“Om liefde te geven”, zei de jongen.

“Om liefde te krijgen”, zei het paard.

 

Een mooi verhaal voor ons, Zusters van Liefde en voor iedereen. De jongen, de mol, de vos en het paard vertellen het ons in alle eenvoud. Ik hoop dat u er ook van geniet en wens u allen een zonnige julimaand toe.

zr. Mariëtte Kinker